Beleidsplan

Plan van aanpak/Beleidsplan 2023 - 2026 

Inleiding. 
Nederland ligt aan de Noordzee en dat zorgt er al eeuwen voor dat Nederland een zeevarende natie is.  De wereldzeeën werden bevaren door vele Nederlandse schepen en er werd veel handel gedreven.  Door de gunstige ligging van Nederland werd ons land ook het doorvoerland naar Europa. De Noordzee was daardoor niet alleen een drukke vaarroute, maar door haar rijkdom aan vis- en schelpdieren werd er vanuit vele vissersdorpen langs de kust veelvuldig op zee gevist.  Al deze activiteiten op zee had ook zijn donkere kant, want er zijn in de loop der jaren duizenden zeelieden verdronken. Vele zeelieden zijn weer teruggevonden, maar ook velen zijn nog steeds vermist. Zelfs van tientallen schepen die ooit zijn vergaan, is nooit een spoor teruggevonden. Het vergaan van zo’n schip kan diverse oorzaken hebben.  
1 De grootste boosdoener is vooral de weersomstandigheden. Met de huidige technieken kunnen we goed de weersverwachting inschatten en de juiste maatregelen nemen. Dat was in het verleden wel anders en als we alleen al kijken naar het Friese dorpje Wierum, daar zijn in 1893 tijdens de storm 13 schepen vergaan en 22 man omgekomen. Bekender is de watersnoodramp van 1953. Naast de vele slachtoffers op het land zijn op zee tientallen opvarenden verdronken en vermist omdat hun vaartuig in de storm is vergaan. 
2 Tijdens en na de 2e wereldoorlog zijn ook vele schepen vergaan als gevolg van beschietingen of het exploderen van een zeemijn nadat het schip er tegenaan was gevaren of nadat de mijn explodeerde nadat het was opgevist. 
3 Instabiliteit was vooral bij de opkomst van de boomkorvisserij in de jaren 70 een oorzaak van het vergaan van diverse schepen. Gelukkig zijn sindsdien vele veiligheidsmaatregelen getroffen om dit euvel te verhelpen. 
Al deze ongevallen op zee hebben de achterblijvers en nabestaanden heel veel leed bezorgd.  Dat was vooral het geval als de drenkeling nooit gevonden kon worden; Men kan dan niets afsluiten en dat blijft families/geliefden altijd achtervolgen. In de visserijwereld wordt wel eens gezegd “De Noordzee is ons familiegraf”. 
 
Aanleiding. 
De Wieringer visserman/historicus Cees Meeldijk kwam in gesprek met de Wieringer ex visserman Gert Lont. Daarbij vertelde Gert Lont dat in 1967 de viskotter WR 6 met drie opvarenden op de Noordzee was vergaan. De schipper was de vader van Gert Lont. Men had in de Duitse bocht gevist en er was storm op komst. Daarom vertrokken ze naar de thuishaven Den Oever, maar daar zijn ze nooit aangekomen.  De schipper is een paar maanden later op het strand van Duitsland aangetroffen; van de andere twee opvarenden is nooit iets gevonden en ook de positie van het schip is onbekend. Dit verhaal inspireerde Cees Meeldijk om te gaan speuren. De archieven van de voormalige Scheepvaart Inspectie werden bekeken bij het Nationaal Archief en oude zeekaarten werden bestudeerd. Cees kwam zo ook bij mij, als toenmalige Coördinator van het Bureau Vermiste Personen Noordzee van de Nationale Politie. Hij vroeg of er bij ons mogelijk nog documenten omtrent dit ongeval in ons archief aanwezig waren. Helaas moest ik hem teleurstellen, want ons archief begon rond 1980.  Ik bood Cees aan om hem bij zijn zoektocht te helpen waar dat nodig was en zodoende kon ik contact leggen met de Duitse Hydrografische Dienst. Zij hadden een paar “onbekende wrakken” die mogelijk op de route lagen welke de WR 6 gevaren zou kunnen hebben. Cees had ondertussen ook contact met duikvereniging Zeester uit Lauwersoog en in de zomer van 2022 werd er op een wrak gedoken. De duikers verzamelden zoveel mogelijk informatie van het wrak, zoals lengte, breedte, type vissersvaartuig, soort motor e.d.  Aan de hand van deze gegevens werd geconcludeerd dat dit helaas niet het wrak van de WR 6 was. Het nieuws van het duiken naar het mogelijke wrak van de WR 6 ging als een lopend vuurtje door de visserijwereld en al snel kwam er informatie binnen van andere schepen die ooit waren vergaan. Dit alles heeft ertoe geleid dat er besloten werd om alle activiteiten in een Stichting onder te brengen. In de zomer van 2023 werd er door duikvereniging Zeester uit Lauwersoog gedoken naar een wrak, welke ten Noorden van Ameland ligt. Ook dit wrak zou mogelijk van de WR 6 afkomstig kunnen zijn, maar ook dat bleek niet het geval. Naar aanleiding van dit duiken kregen we weer veel informatie en omdat de beelden van het wrak online werden gezet kregen we zelfs de tip dat dit mogelijk de Urker kotter UK 174 zou kunnen zijn. Het leek er inderdaad veel op, maar na enig speurwerk moesten we concluderen dat dit niet het wrak van deze kotter was. De nabestaanden van de nog vermiste opvarenden van de UK 174 waren natuurlijk teleurgesteld, maar ze gaven aan dat ze erg dankbaar waren dat wij met dit werk bezig zijn. 

Uitvoering.
Op 11 augustus 2023 is de Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten officieel opgericht. In de oprichtingsstatuten staat dat het doel van de stichting is: Personen die langdurig vermist zijn op zee alsnog te traceren en/of te identificeren, zodat voor nabestaanden een afscheid en afsluiting mogelijk wordt. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: 
    •    Het samenwerken en overleggen met familieleden, de politie, cold caseteam vermisten, of andere daartoe aangewezen en toegeruste instellingen. 
    •    Het houden van expedities op het water. 
    •    Het verzamelen van gegevens over de betrokken personen, schepen, vliegtuigen en andere objecten, onder andere door interviews en archiefonderzoek. 
    •    Het verwerven en beheren van gelden en (ander) vermogen in het kader van het doel; en 
    •    Alle andere wettige middelen, welke voor het bereiken van het doel van de stichting bevorderlijk zijn. 
Gegevens Stichting onderzoek maritieme vermisten: 
Bestuursleden:- Voorzitter; Cees Meeldijk, visserman/historicus - Secretaris; Piet Beer, maritiem docent/ondernemer - Penningmeester; Gert Overeem, oud maritiem politieagent  - Algemeen; Gert Lont; oud visserman - Algemeen; Gerrit Hakvoort; maritiem docent 
Vestigingsadres: Van Kempenstraat 9, 1777AN Hippolytushoef 
Telefoon: +316 50 478 457 
Email: info
Kamer van Koophandel: 91070228 
RSIN: 865542971 
Bankrekeningnummer: NL23 RABO 0373 4260 70 t.n.v. Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten 
     
Plan van aanpak. 
    1    Informatie-inwinning. 
Omdat er in het verleden veel vissersschepen met hun bemanning zijn vergaan is onze eerste opzet om zoveel mogelijk informatie te verzamelen van deze vermiste vissersschepen en hun bemanning en dit zo goed mogelijk digitaal vast te leggen. 
Dit kan o.a. worden bereikt door: 
    a    Onderzoek bij het Nationaal archief Het archief van de voormalige Scheepvaart Inspectie bevat veel dossiers van onderzoeken van scheepsrampen. In deze dossiers is mogelijk meer informatie te vinden omtrent toedracht van het ongeval, positie van het vergaan en mogelijk informatie over de bouw van de schepen.  
    b    Onderzoek via het krantenarchief In oude krantenartikelen staat soms veel informatie over de schepen welke op zee zijn vergaan en de daarbij omgekomen bemanningsleden.  
    c    Onderzoek bij (oude) scheepswerven.Voor het identificeren van oude scheepswrakken, welke grotendeels zijn vergaan, is het belangrijk om bouwtekeningen en informatie omtrent de motor e.d. te hebben om zo een vergelijking te kunnen maken. Er zijn veel (oude) scheepswerven waar nog veel informatie te verkrijgen is.  
    d    Informatie van (oud) vissers en nabestaanden Veel (oud) vissers en nabestaanden bezitten kennis van ongevallen welke in het verleden zijn voorgevallen, zijn weten details van de vissersschepen, kennen mogelijk de opvarenden en weten mogelijk de omgeving waar die vissersschepen zijn vergaan. Het is de opzet om per vissersdorp een bijeenkomst te organiseren om op deze wijze zo veel mogelijk informatie van de (oud) vissers te ontvangen. 
    e    Documenteren. Alle ingewonnen informatie moet op een overzichtelijke wijze digitaal worden vastgelegd zodat, als er een expeditie naar een nieuw wrak is geweest, de details van dat wrak gemakkelijk vergeleken kan worden met de details van de vergane schepen.  
    f    Analyseren. De ingewonnen informatie analyseren en daarbij keuzes maken welke informatie mogelijk (op korte termijn) tot de identificatie van een vergaan vissersschip kunnen leiden. 
    g    Het organiseren van een expeditie. Geven alle ingewonnen en geanalyseerde informatie het sterke vermoeden dat op een bepaald onbekend wrak gedoken moet worden, dan wordt er contact gezocht met een duikvereniging met het verzoek om naar dat wrak te duiken en dat wrak in beeld te brengen en alle details vast te leggen. 
    h    Identificatie van het wrak. Het einddoel is het identificeren van een onbekend wrak.  Dit kan alleen als er 100% zekerheid is en er dus geen enkele twijfel bestaat dat de specifieke details van het vergane vaartuig en het onderzochte wrak overeenkomen.  Met het identificeren van zo’n wrak kunnen we de nabestaanden van de vermiste opvarenden toch nog details geven van de positie en toestand van het wrak. Over het algemeen is men hier erg blij mee.  
    i    DNA-traject. Wij als Stichting onderzoek maritieme vermisten gaan niet zelf rechtstreeks naar maritieme vermiste personen zoeken, maar dat doen we via de omweg om de schepen van de opvarenden te identificeren. Bij ons onderzoek ontdekken wij wie de vermiste opvarenden van deze schepen zijn en mogelijk in welke positie deze schepen zijn vergaan. Deze informatie wordt door ons doorgegeven aan de Nationale Politie, zodat zij bij nabestaanden alsnog DNA kunnen afnemen om vervolgens het DNA-profiel op te nemen in de (inter)-nationale DNA-databank Vermiste Personen en deze te vergelijken met het DNA-profiel van aangetroffen onbekende drenkelingen. Het is n.l. niet uit te sluiten dat het lichaam van zo’n opvarende ooit ergens is aangespoeld en als onbekende ligt begraven. Tevens informeren wij bij informatiebijeenkomsten of er onder de aanwezigen nog nabestaanden zijn van maritieme vermisten, waarvan mogelijk nog geen DNA-profiel is opgenomen in de databank. Is dit het geval, dan informeren wij de Nationale Politie met het verzoek dat traject verder uit te lopen.   
    j    Sponsoring. Het onderzoek door de stichting kost geld. In het begin zijn dit vooral de reis- en verblijfkosten, website- en notariskosten. Later zijn dat ook de expeditiekosten. Om deze kosten te kunnen betalen zijn wij als stichting op zoek naar sponsoren. Wij hebben in de Maritieme wereld al diverse contacten en er is gelukkig al sponsorgeld toegezegd. 
    k    Beheer van het vermogen. Het eerste jaar proberen wij een aantal grotere sponsoren te benaderen om zo een gezonde financiële basis te leggen. Daarna zullen wij ons blijven inzetten om voldoende geld via sponsoring te blijven ontvangen om zo een financieel gezonde stichting te blijven, zodat wij zoveel mogelijk wrakken kunnen blijven identificeren. Zoals in onze statuten staat vermeld hebben wij als stichting geen winstoogmerk! De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden! Ze hebben evenwel recht op een vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten! Met de ontvangen inkomsten hopen wij de lopende onkosten te kunnen dekken. Daarnaast zal er ook geld gereserveerd worden voor toekomstige grotere uitgaven zoals het organiseren van een duik expeditie. De stichting zal het bijeengebrachte kapitaal op een zorgvuldige wijze beheren, waarbij risicomijdend gehandeld zal worden (sparen) en rendementsverwachtingen in deze beleidsperiode beperkt zullen worden gehouden. Een totaal kosten/baten overzicht met de kostenramingen en het gewenste rendement wordt binnenkort aan dit beleidsplan toegevoegd. 
 
Beoogd resultaat. 
Omdat de Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten net is opgericht is het erg moeilijk om nu al te stellen dat wij binnen 3 jaar een x-aantal wrakken hebben geïdentificeerd. Wij zijn nu in de beginfase erg druk met het inwinnen van alle informatie en om deze informatie zo goed mogelijk vast te leggen. In alle eerlijkheid gebied het ons te zeggen dat, naar aanleiding van de expeditie naar het onbekende wrak boven Ameland in de zomer van 2023, dit wrak inmiddels als eerste door onze stichting is geïdentificeerd als de in 1945 vergane kotter HD108. Er is hard gewerkt om alle specifieke details van de gezonken HD108, waarvan wij dachten dat deze mogelijk dit onbekende wrak boven Ameland was, te verzamelen en dit te vergelijken met dit onbekende wrak. Wij hebben al contact met de nabestaanden van de vermiste opvarenden van dit gezonken vissersvaartuig en hebben hen in kennis gesteld van de identificatie. 

Dit plan van aanpak/beleidsplan is vastgesteld en aangenomen op de Bestuursvergadering van 4 december 2023. 

Namens het Bestuur 
Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten, 

Gert Overeem  
Penningmeester